13 augustus 2014

Elf jaar, met ballen en opstaan

Mocht mijn blog een baby zijn, dan had ik al lang het Vertrouwenscentrum op mijn dak gekregen, vrees ik. Wat een schandalige verwaarlozing.

Oh well.

14 augustus 2014 vandaag. Zegt jullie waarschijnlijk weinig maar drie jaar geleden liep ik strontnerveus rond in een berg witte tule en met het plan Tentman die dag mijn eeuwige liefde te beloven.
Laten ons die specifieke belofte even onder de loep nemen. De dag van je huwelijk is denk ik de enige dag waarop je letterlijk zégt aan je lief dat je hem/haar voor de rest van je leven graag zal zien. Wat onmiddellijk ook het wezenlijke verschil is tussen mensen die trouwen en mensen die dat niet doen. Immers, maar weinig andere gelegenheden lenen zich ertoe dat je elkaar ten overstaan van vrienden en familie diep in de ogen kijkt, mekaars handje vast pakt en dergelijke hoogdravende dingen beweert. Behalve dan 1 keer per jaar op Kerstdag waar dronken nonkel Rudy en nog zattere tante Rita 'een momentje' beleven. Of behalve Tentman.

Hij beloofde me reeds een jaar na onze eerste kus - in nuchtere toestand!- dat hij voor altijd van me zou houden en voorlopig blijkt hij een man van zijn woord te zijn.
(Voor het gemak vergeet ik nu even die momenten waarop hij beweert dat onze hond kanker heeft gekregen door mij en dat ik goed op weg ben om hem even ziek te maken).

Wilt u de specifieke omstandigheden eens horen waarin die belofte werd gedaan?

Ok dan. Hoewel de gedane belofte anders doet vermoeden, betreft het hier een weinig romantisch verhaal waarin ik een zeer twijfelachtige heldenrol vervul en die, 10 jaar na datum, nog steeds het schaamrood op mijn wangen doet verschijnen maar kom, sharing is caring dus hier gaan we:

September 2003. Tentman en ik gaan voor de eerste keer samen op reis. Naar Cyprus (wat had u nu gedacht?) Alles loopt op rolletjes en we doen alle walgelijk romantische dingen die van smoorverliefden mag verwacht worden: nachtelijke zwempartijen in een 28° warme zee onder een sterrenhemel waaruit -hoe kan het ook anders- af en toe eens een ster naar beneden tuimelt, urenlang praten over God-mag-weten-wat,... Kortom shitloads aan zeemzoetigheden die de rotte smaak die de ander je elf jaar later geeft moeten compenseren.

Tentman troonde me gedurende die 2 droomweken mee langsheen de highlights van Aphrodite's geboorteland. Eén daarvan was Adonis Bath. Een soort groene oase in de bergen waar een aantrekkelijk turkoois bergmeertje omsloten werd door steile rotswanden.

Adonis' Bath: Een schijnbaar idyllische plek

Dé attractie van Adonis Bath was springen van de steile rotswand in het bergmeertje. Je had de keuze tussen een sprong vanaf 15 meter hoogte en een zelfmoordmissie vanaf 22 meter hoogte. Die dag hadden Tentmans' zus en haar lief zich bij ons vervoegd en al snel klauwden de twee mannetjesdieren de rotswand op, aldus bewijzend aan de vrouwtjes dat ze over voldoende potentie en kracht beschikten om voor een sterk nageslacht te zorgen. Gedwee bleven Elena (de zus) en ik aan het meertje staan kirrend van bewondering over zoveel moed en lefgozerij.
(Noot: dat doet dus verliefdheid met een mens. Het maakt pulp van je gezond verstand. Nu, elf jaar later, zou dat kirren hebben plaatsgemaakt voor een nuchter: 'Meen je dat nu? Ge zijt 33, wa moeje bewijzen? Ik ga u nie in een kar duwen hoor als ge uw rug breekt. Is de schuldsaldo verzekering in orde?')
Maar goed toen dus nog één en al bewondering. Olijk sprongen de twee jongens in het water en moedigden ze ons aan om hen te volgen. 'No fucking way' was mijn eerste respons. En daar had ik bij moeten blijven. Maar Elena liet zich vermurwen en onder een 'Kom, Steph, we gaan gewoon eens boven kijken, we zien dan wel', volgde ik haar halfhartig.
Eens boven bleek dat naar boven klimmen één ding was maar naar beneden komen iets heel anders. Tenzij je een 90% kans op botbreuken een berekend risico vond, was de enige weg  naar beneden al springend.
Omdat het belangrijk is dat u zich een accuraat beeld kunt vormen van de situatie schets ik u nog even volgende scène: een ieniemiene bergmeertje, steile rotsen met daarrond bomen. Eens boven op 15 meter hoogte (ik was dom, niet suïcidaal) bleek dat 1 van die bomen in de rotswand verankerd was zodat de takken zich over de hele breedte van het meertje uitstrekten en je, boven op het richeltje, het water slechts door de takken kon zien doorschemeren. En wat dat richeltje betrof: dat was ongeveer 1 meter lang zodat een stevige aanloop om over de eerder besproken takken te komen uitgesloten was.

Combineer deze stand van zaken nog eens met mijn uitzonderlijke talent voor klungeligheid en u weet dat ik me in een precaire situatie bevond.
Elena liet me al gauw in de steek en sprong 'bommetjesgewijs' in het water. Ik hoorde de jongens beneden gieren van het lachen (blijkbaar had het 1.55 meter hoge meisje een opspattende straal van 3x haar lengte geproduceerd). Sportief van hen, om zo te lachen, dat zeker.
Nu was het aan mij. Mijn hart bonkte letterlijk in mijn keel. Onder aan de oase had zich een menigte verzameld (toeristen en locals) die me allemaal stonden aan te moedigen. Nu geef ik over het algemeen geen zier om wat anderen van me denken dus maakte ik me op om langs de rotswand terug naar beneden te klauteren. Toen sprak Tentman de volgende woorden:

'Kom Steph, springen!! Als je springt zal ik je voor eeuwig en altijd graag zien!'

Dus ik draaide me om en sprong. Nu legde ik eerder reeds uit dat een fikse aanloop onmogelijk was en in mijn hoofd zag ik me al boven in de takken van de boom bungelen omdat ik niet ver genoeg had gesprongen. De brandweer zou me moeten komen redden en de hele situatie zou tenenkrullend gênant zijn geworden. Dus vond ik er niet beter op dan met mijn benen in een hoek van 90° vanop een hoogte van 15 meter naar beneden te vallen.

Jeps, 'ai' omschrijft het correct.
Ik was zo hard op het water terecht gekomen dat het leek alsof ik met mijn gat op beton was geland in plaats van in water. De pijn was verschrikkelijk.

Maar.

Dat was niet alles.

Blijkbaar was ik zo bang geweest dat ik tijdens het naar beneden vallen een soort van oerkreet had geslaakt waarin ik al die angst samen gebald zat. Als u nu denkt aan een soort van meisjesachtig gilletje, think again. Het was meer iets als 'WWRRRRRAAAAAAHHHHHHHHHW!'

Wat dan ook nog eens door Tentman op film werd vastgelegd.

Toen mijn hele toekomstige schoonfamilie na ongeveer 42 uur was uitgelachen, bleek dat mijn billen intussen de kleur van een inktzwarte nacht hadden aangenomen en dat ik me enkel kruipend kon voort bewegen. Ik vergeet nooit de medelijdende blikken die de mensen me toewierpen toen Tentman en ik samen over het strand liepen (hij)/strompelden (ik). Ze hadden het verkeerd voor. Tentman heeft me nooit fysiek mishandeld (geestelijk daarentegen ben ik een wrak.) Maar hij hield zijn woord en dus:

Bedankt Tentman voor de elf jaren vol fijne herinneringen waarvan we er reeds drie (min of meer) gelukkig getrouwd zijn. Laat ons er nog een veelvoud van dat getal tegenaan smijten.


Dit gezegd zijnde: let's cook.

Zoals in een vorig Tentman-verhaal al te lezen viel, kent mijn man zijn klassiekers. Geef hem gehakt en hij is blij. Dus was het plan hem vanavond te verwennen met een gehaktbal (elke andere bal zou een teleurstelling geweest zijn). En daar Wim Ballieu de laatste tijd nogal scoort met die gevulde van hem (vuile, vuile zin deze), dacht ik dat ook eens te proberen. Meer nog: ik zou een Griekse en een Belgische versie creëeren, refererend naar onze beider roots. De Griekse kreeg een vulling van feta, spinazie en munt (zie groene vulling hieronder). Voor de Belgische variant koos ik bloemkool en pickles (geel dus).
Ik vermoed dat Mijnheer Ballieu steevast een witte saus of roomkaas door zijn vullingen draait want de mijne 'turnden' minder smeuïg uit dan de originele. Maar dat is niet erg. Die van mij waren meer dan geslaagd.


Wat hebben we nodig?

- gehakt (neem gemengd gehakt voor ballen, je hebt het varkensvlees nodig voor de smaak. Wanneer je met gehakt werkt, moet je gaan voor smaak en niet skinny proberen te doen)
- vulling naar keuze. Hier dus: een brokje feta, een handjevol spinazie (diepvries mag hoor) en een handje vol munt voor de Griekse Bal. Voor de Belgische bal neem je de een paar bloemkoolroosjes en een genereuze lepel pickles. 
- panko (voor het krokante korstje)
- een uitje (om versnipperd door je vlees te mengen)
- een ei (om je gehakt smeuïger te maken)
- kruiden (zout, peper, kruiden naar keuze om door je vlees te mengen)



Hoe doen we het?

Voor de Griekse vulling prak je de feta met de geblancheerde spinazie en de versnipperde munt. Breng op smaak met wat olijfolie en wat peper (eventueel wat zout als je vindt dat de feta nog niet zout genoeg smaakt).
Voor de Belgische vulling blancheer je de bloemkoolroosjes en pureer je deze met de pickles. 

Kruid je gehakt en meng er het ei en de versnipperde ui onder. Vorm dan een soort van ballen (zie bovenste foto) en maak een kuiltje in het midden. Schep daarin een lepel van de vulling. Vul de 'holte' op met wat extra gehakt en vorm opnieuw een bal met je handen. Wentel de gehaktbal door panko. 
Besprenkel de ballen met wat olijfolie en bak ze krokant in een voorverwarmde oven op 190° gedurende minstens 20 minuten (afhankelijk van de grootte van de ballen). 


Bijkomende tip: Op de onderste foto kan je zien dat de vulling van mijn Griekse Bal redelijk intact is gebleven, misschien niet zo smeuïg als ik hem graag gezien had maar toch, ok voor een eerste poging. Dat ik de Belgische bal niet ontleed aan u toon is omdat de vulling daar helemaal in het gehakt was getrokken en er simpelweg geen vulling meer te fotograferen viel. Nu heb ik voor u al het 1 en ander opgezocht en Mijnheer Bal-lieu (hah) raadt aan om in het geval van lopende vullingen (zoals de bloemkool-picklessaus) de vulling even in te vriezen met behulp van een ijsblokvormpje. Op die manier heb je iets stevig om in de bal te duwen en behoudt de vulling ook beter zijn vorm in de oven. 
En nee, ik stel me geen vragen bij het feit dat de Griekse Bal gelukt is en de Belgische mislukt. 




PS: Ik vond dat ik al genoeg gewerkt had op mijn eigen trouwverjaardag dus heb ik de afgebeelde slaatjes niet zelf gefabriceerd (jaja, ik ga ook wel eens iets kant en klaar kopen, sue me). Ze waren heerlijk en als je ze ook eens wil proeven: mijn allerfavorietste slager ever (Mylle in Kortrijk) heeft ze in de toonbank staan. Het groene slaatje bestaat uit avocado, pistachenootjes, de -more popi then ever- peer en selder. Het rode slaatje is een heerlijke combo van appel, granaatappelpitjes, kerstomaatjes en radijs. 



3 opmerkingen:

  1. Ik ben daar ook geweest en vond dat trouwens een héél héél schoon plekje . Alleen spijtig dat daar zoveel volk was. Maar ik heb me wijselijk aan het meertje beneden gehouden alwaar ik wat rondpeddelde in een 'wat melkwit ' water dat zeer zacht aanvoelde ( ik vond dat zo opvallend ). Mijn toenmalig lief vond zijn imago als stoere bink belangrijk genoeg om ook naar beneden te springen en heeft ook dagen daarna met een zwarte zijkant rondgelopen ...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Zo grappig... Ja, het was tien jaar geleden waarschijnlijk iets minder toeristisch dan nu. Ben er de vorige keer langs gereden en heb gezien dat de eigenaar het meest wansmakelijke Griekse beeld ooit aan de ingang heeft gezet. En vroeger was de entree een paar euro, nu is het twintig euro ofzo. Jammer allemaal

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Funny. Ongetwijfeld een verhaal dat op zatte avonden nog wordt opgedist!

    BeantwoordenVerwijderen